Weekje dagtrips in de Couserans

Vorig jaar halvelings toegezegd:"ik kom volgend jaar samen met Wilma een week dagtochten lopen vanaf jouw Petit Refuge

Dag een
We werden pas zaterdagavond verwacht en besloten om donderdagmiddag in alle rust naar het zuiden af te zakken.
Met het gedacht een zee van tijd te hebben gingen we tolwegen vermijden om via de trage weg naar Ayet te trekken.
De achterbank verwijderd en de auto volgestouwd met kampeergerief voor onderweg.
Ook nog eens twee fietsen in de bak.
Handige auto onze nieuwe tepee maar wat lomp van uitzicht en kleursgewijs daarom in de dagelijkse omgang ook wel “ons nijlpaard” genoemd.
We waren nog voor de Franse grens van de autoweg gegaan en al snel tot de conclusie gekomen dat dit niet zo’n goed idee was. Tergend traag ging het door de vele rode lichten op onze weg.
Aangevinkt stond camping municipal in Henrichemont.
Dat halen we op deze manier nooit.
Plan werd omgegooid en via een boog dan toch maar naar Parijs, eind snelweg om het laatste stuk toch nog via landelijke wegen af te leggen.
Rond 20u draaien we de grotendeels lege camping op.
Twee caravans, meer stond er niet.
Twee sterren zoals de meeste campings. Basic van accommodatie maar meestal goed onderhouden, immers het visitekaartje van een gemeente en relatief laag in prijs.
De jobstudent die alweer een dag verveling achter de rug had als tijdelijk beheerder was al lang naar huis.
Een wat ouder Nederlandstalig koppel bood ons een kop koffie aan. Ze zaten zich te beklagen over de
regen die nu al meer dan een week het beste van zichzelf gaf.

Dag twee
Vroeg opgebroken, op de jobstudent hebben we niet meer gewacht.
Geregeld een stevig onweer onderweg. Voorbij Saint-Girons ging het richting Vallée de Bethmale. Het was het uitzien naar een camping.
Die bij Luzenac was waardeloos en we besloten de gemeentelijke camping in het aardige Castillon en Couserans te gebruiken als onze standplaats voor deze avond.

Dag drie
Vorig jaar gecharmeerd geraakt door de zaterdagochtend markt in Saint-Girons.
Goede opener voor het begin van de vakantie om er eens al kuierend de voormiddag op door te brengen.

Vanaf Castillon met de fiets ernaar toe.
“Are we in a race?”
Riep een engelse vrouw haar man toe die iets te snel de verschillende kraampjes voorbij liep.
Een scene die zo bij ons weggeplukt kon zijn hoorde ik Wilma zeggen.
Tegen de middag via Lacourt over de D37 naar la Riviere, via de D 137 met Col des Houègues (900m) als hoogste punt terug naar Castillion.
Wilma niet zo blij.
Moeilijk om haar pedalen rond te krijgen. Toch een aardige route vond ik.
De fietsen zijn na deze uitstap niet meer uit de auto geraakt.
Het alternatief, een stel wandelschoenen, daar waren we voor gekomen.
Die avond, cantharellen als voorgerecht.
Het weer was nog goed genoeg om buiten te eten.

Dag vier
In de voorbereiding had ik enkele heel stevige tochten uitgezet.
Los van het feit dat ze bij nader inzien mogelijk toch te zwaar uit zouden vallen werd het plan omgegooid. Het weer wilde niet zo goed meewerken.
Laag hangende wolken die de vallei in een sombere sfeer hulden.
Een rustig begin door naar Sentein te gaan om de auto achter te laten op de parking d’Anglade voor Fréchendech.
Ronduit bizar was het verkeersbord dat de parkeerplaats voor mindervaliden afbakende.
Participatie en gelijke rechten, ok maar dit was er flink over.
Chapelle de l’Isard had ik nog nooit bezocht. Aangenaam verrast over de degelijkheid van de overnachtingsplaats langs de achterkant van de kapel. Een bron met vers water binnen handbereik.
Een drietal trekkers bood ons een koffie aan. We hebben vriendelijk geweigerd.
Het zou exclusief in het Frans moeten en dat lag nogal moeilijk.
Ik had gehoopt, mocht het hogerop uitklaren, we toch konden doorlopen naar Col d’Auarde.
Bij Cabane de Turmes hield zich een kudde schapen op, bewaakt door drie patou’s. Wilma maakte zich wat zorgen over wie die dieren eten zou geven. Een deel van haar dagrantsoen 'toerbrood' ging naar de beesten. Ook erg verwaarloosd uitzicht door de klitten in hun vacht.
Toch, als ik zie hoe 'de mensen van het vrije leven', de moderne katharen er soms bij liepen op de markt in Saint Girons .....
Niet één klit maar soms met een volledige mat.

Wij keerden terug naar Refuge forestier de l’Isard om via een variant van Tour du Biros naar Cabane d’Illau te lopen. Het bleef mistig, verstoken van uitzichten op het grensgebied keerden we na een pauze terug.
Om niet te vlug terug te zijn liepen we via Col des Cos naar Eylie.

Vorige week heeft hier in de bossen een trail loopwedstrijd plaatsgehad. Erg inspannend en niet evident om recht te blijven op de soms gladde ondergrond.
Drie edelherten maken zich uit de voeten.
Nog tijd over om ons in Castillon op een terras te zetten voor een grand café au lait en op TV de aankomst van de Tour de France mee te maken. Een activiteit die tegen het eind van de week een ritueel werd.
Die avond maakten we in Ayet kennis met Roger. Roger was nu op pensioen en had tijd nodig om zich los te maken van zijn laatste werkgever “France telecom” die onder zijn vel was gaan kruipen. Er ging bij het horen van "France telecom" direct een lamp branden. Het komt erop neer dat de directie recent schuldig is bevonden voor het hoge aantal zelfmoorden onder de werknemers door de vernederingen en pesterijen op de werkvloer.

Dag vijf
Het bleef het alvast in de voormiddag droog wist de frequent geraadpleegde "meteo France" te vertellen en daarom stond een kort circuit op het programma. We reden naar Balacet om bij het kerkje de auto achter te laten. Zo ging het langs markeringen van Tour du Biros eerst door bos en later door een open landschap tot Col de l’Arraing waar we bij de cabane een korte pauze hielden. Wilma alweer veel medelijden met een waakhond.
We volgen Tour du Biros naar het westen. Onder ons krijgen we Bonac in het oog en het kunstmatig meertje waar we gisteren tal van campers zagen staan. Aantrekkelijk wandelen tegen de zuidrand van Foret Domaniale du Biros. Her en der wat wolkenpartijen maar voorlopig nog meer dan genoeg zicht. Bij de volgende cabane maakte de route een bocht en ging het langs de oostkant van een drassige vlakte naar een col onder Pic de Serau.

Mogelijk een verzand meertje. Mooi kader.
Een klim over een mengeling van schapensporen en stukken ongebaand ging het, onze eigen weg wat zoekend tot de top van Pic de Serau.
Wolkenslieren komen en gaan en door hun spel brengen ze variété op deze in hoogte bescheiden graat maar waar er langs alle kanten wel iets te zien is. Het hoeft niet altijd hoog te zijn om het boeiend te maken. De route blijft grotendeels op het hoogste punt .

Lange broek is aangewezen omwille van de brandnetels op onze weg .Zo ging het langs de ZO kant van Pic de l’Arraing terug naar Cabane du Col de l’Arraing.
Het verlengstuk verder oostwaarts om dan via een marmergroeve terug naar Balacet te lopen doen we niet meer. Het begint zo stilaan dicht te trekken als een Engels koppel met kinderen naar boven komt.

Dag zes
Het zou een nog somberder dag worden en we besloten een ritje met de auto te doen. Zelf zitten we in Vallée de Bethmale. Via La Ballongue ging het over Col de Portet d’Aspet.
Was het aan de oostkant nog vrij open dan verliep de afdaling langs de westkant door een dichte mist. Nogal wat trafiek van wielrenners die deze Pyreneeëncol willen doen. We houden kort halt bij het monument ter nagedachtenis van Fabio Casartelli die hier op 18 juli 1995 dodelijk ten val is gekomen.
Een indrukwekkend uit wit marmer gehouwen sculptuur.
We bezoeken Aspet, kuieren wat door de straten.

Drinken een paar koffies bij “Cafe Français” om dan in een grote boog naar St-Lizier te gaan. Er liggen daar enkele mooie authentieke steegjes waar bloemen extra kleur aan geven maar St-Lizier is vooral gekend voor zijn romaanse kathedraal.
Het was de sobere kloostergang met muurschilderingen die indruk op mij heeft gemaakte.
Saint-Girons mag dan ook uit de middeleeuwen stammen, de tijd heeft veel van toen weggeveegd.

Dag zeven
Lichte beterschap in het weer voorspeld maar we kunnen beter laag blijven om het aantrekkelijk te houden. We gaan een circuit door Foret domanaile de Bonac doen waar riviertje l’Orle doorheen stroomt. Een deel van de route zal mij bekend voorkomen omdat ik hier twee jaar geleden vroeg op het seizoen ook voorbij kwam.
Ergens in het bos bij voie decauville is vorig jaar een beer gezien. Op film gezet en terug te vinden op You Tube. Je ziet hoogstens voor enkele seconden een steeds kleiner wordende kont van een weg rennende beer.
Om maar te zeggen dat dit soort beren niet gevaarlijk zijn voor een mens.
Over de D704a gaat het naar een parkeerplaats waar we de auto achter laten.
Als je D704A leest weet je dat, naar Franse maatstaven, het hier over een heel smal straatje gaat. Toch heel bijzonder hoe hier in Frankrijk zelfs de meest verloren liggende dalen goed berijdbaar blijven. We volgen een tijdje de Gr transfontalier die bij Port d’Orle Spanje binnen trekt.
Bij hoogtemeter 1268m slaan we links af en lopen over een restant van vroegere mijnindustrie.
Voie decauville is een demonteerbaar spoorlijntje dat diende om erts te transporteren. We moeten door enkele tunneltjes en dat geeft dit circuit een avontuurlijk karakter.

Ideaal voor kinderen om het wandelen spannend te houden. Af en toe moet het op de knieën nadat een deel van het plafond is neergekomen. Het is mistig in het bos. Volgens ons kan het niet anders dat er straks als een schim, een beer voor ons op komt doemen.
Geen beer maar wel een vrouw met volle bepakking, hier op het traject van Tour du Biros . Bij hoogtemeter 1236m, tegen het eind van een open plek gaat het terug in zuidelijke richting tot de auto. De afslag is niet goed te zien door het hoge gras. Steek twee kleine tongvarens uit die ik, goed ingepakt, mee naar huis wil nemen. We hebben er weeral een mooie dag opzitten.

Dag acht
Er komt stilaan beterschap in het weer en voor vandaag trekken we terug naar Vallée du Biros waar we bij de verlaten mijngebouwen van Eylie de auto achter laten.

We volgen het zig-zag pad richting Port d’Urets. De wolken hangen nog laag zodat we al snel de mist in trekken. Op enkele plaatsen staat een bron die vers water geeft aangeduid. Net onder Refuge d’Urets komen we boven het wolkendek uit, zetten ons neer er genieten van de uitzichten.

De herder met zijn bepakte ezel die we een half uur eerder zijn voorbijgestoken passeert ons opnieuw. Later, bij de hut zien we het beest languit in het gras liggen, bevrijdt van zijn lasten. De omgeving is aantrekkelijk genoeg om een tweede keer een pauze te houden.
Daarna gaan we op zoek naar het pad dat hoog boven het dal in noordelijke richting naar Col de l’Arech loopt. Ik krijg ook de bijna rechte lijn door het landschap in het visier die vanaf refuge d’Urets in westelijke richting naar de oude mijngebouwen van Bentaillou loopt. Waarschijnlijk ooit voor de afwatering aangelegd want op mijn oude kaart staat op de plaats een blauwe stippellijn getekend.
Veel wordt ons pad niet belopen. In het begin missen we de doorkijk naar het dal maar het wolkenspel onder ons maakt het lopen bijzonder over dit balkon. Bij Cabane d’Artiqnan is het alweer tijd voor een pauze. Ter hoogte van Tuc de la Coume de Lauze stuiten we op een mijngang.

Even wordt het pad wat smaller tegen de steile grashelling. Na de afdaling over de NW graat van een uitloper van Tuc de la Coume de Lauze gaat het NO door alpenroos tot we op de gr10 stuiten. Bij de beek houden we een korte pauze.
Ook hier zie ik dat vanaf Col de l’Arech zich een lijn tegen de helling van Cap de Empaillou aftekent die ik niet terug vind op de kaart.
Op de graat naar Mail de Bulard staan enkele verroeste pylonen van een kabelbaan die voor het transport van erts naar het dal zorgden.
In deze week was ik graag naar het Machu Picchu van de Biros gegaan. De vervallen mijngebouwen, hoog tegen de steile noordwand van Mail de Bulard maar dat zal er niet meer in zitten.
In de afdaling over de gr10 lopen we door een veld waar het vol bosbessen hangt. We vullen er voor de helft een literfles mee. Kan onze gastheer waarschijnlijk iets mee doen in zijn keuken. Vullen enkele zakken met baardmos en korstmos. Goed bloemschikmateriaal voor Wilma.
Tijdens de afdaling maakt Wilma een flinke smak en komt met haar stuit op een steen terecht. Deed geen deugd aan haar staartbeen en ze heeft er de rest van het verblijf flink last van gehad. Zelfs goed voor een periode ziekteverlof achteraf.

Dag negen
Even overwogen om het de laatste dag kalm aan te doen maar Wilma wilde niet wijken en we kozen voor een circuit zuidelijk van Cirque de Campuls. Daarvoor moeten we na Etang de Bethmale nog een heel eind over een onverharde bosweg rijden tot een parking. Geen weg voor auto’s die laag boven de grond hangen wil je niet met een lekkend oliecharter zitten.
We beginnen vanaf een hoogte van 1430m. Zoeken de gr10 op om na een stuk bos bij Col d’Eliet (1683m) al boven de boomgrens te zitten. Klimmen door naar Col d’Auèdole waarna we via een gele markering naar Etang d’Eychelle lopen.

Er wacht ons een verrassing als we in de buurt van Cabane d’Eychelle een herderin met haar schapen tegen komen die de beesten met hulp van haar hond naar de groene vlakte rondom Etang d’Eychelle stuurt. Als ze later bij het waterpunt haar drinkbus zit te vullen maken we een praatje met haar. Ze verblijft samen met haar vriend en beider kinderen gedurende de zomermaanden in Cabane des Espugues. Die ze nu ‘haar kasteel’ noemt. Recent gerenoveerd en opnieuw plechtig ingehuldigd door de burgemeester en tal van andere genodigden. Dat ze nu elektriciteit heeft en een warme douche kan nemen rolde als eerste voordelen uit haar mond.
Met gebaren en al.
Vandaag vrijdag de dertiende en ze was er toch niet zo gerust in of de kinderen, zonder een volwassene in de buurt zich zouden gedragen. Ze loopt niet hoog op met het feit dat de gieren hier terug voet aan de grond krijgen en met een 'schietgebaar' maakt ze duidelijk waar die beesten thuis horen.
Doet het verhaal dat de vogels in deze periode extra hongerig zijn en blijkbaar een tactiek hebben ontwikkeld om zelf voor hun aas te zorgen. Als de schapen boven op de graat liggen te rusten voeren de gieren een schijnaanval uit zodat de schapen opschrikken en op de vlucht, langs de steile kant naar beneden tuimelen.
Deze hoek heeft een hoog pastoraal gehalte.
Groene grasveldjes, schapen, koeien, een cabane, een vrolijke niet onaardig herderin en op onze weg naar col de la crouzette lopen we door een kleine cirque gevormd door Cap d’Auternac en Tuc de Quer Ner. Ze gaat ons voor en nog meer dan een kilometer van thuis zit zij al roepend te spreken met haar kinderen. Boven op de Col komt Mont Valier in beeld. Eenmaal bij Cabane des Espugues gaat het richting Etang de Milouga. Een meer dat we nooit in beeld zullen krijgen.
Slaan rechts af om dan lange tijd in NW richting te lopen
Op dit deel ben ik nog nooit geweest. Heel aangenaam lopen hoog boven Vallée de Riberot. Verre uitzichten en ik bestudeer de routes in het westen. Vanaf Pla de la Lau werkt de gr10 zich naar boven. Hier wordt goed geïllustreerd dat de gr10 meer is dan een gezondheidswandeling en flink wat van je krachten kan eisen door al die valleien die moeten worden overgestoken in de lange weg naar de Middellandse zee.
Even voorbij Etang d’Ayes verlaten we de gr10 en gaat het stevig naar beneden tot onder in Cirque de Campuls.
We moeten alleen nog de onverharde weg volgen tot de parkeerplaats. Weeral een aangename dag, zonnig weer, met een verrassende ontmoeting onderweg. Weinig bruikbare foto's. De bajonetsluiting van de lens is kapot. Veel speling en bijna onmogelijk om nog scherp te stellen.
Deze avond heeft Ton vol huis. Roger is er nog. Moeder en dochter uit Québec die een toer in Europa doen. Een Nederlands koppel heeft zich voor even opnieuw verenigd.
Haar man was vanaf de Atlantische oceaan de oversteek aan het maken over de gr10. Zijn vrouw zou hem vanaf Luchon gezelschap houden maar na enkele dagen geraken haar voeten overbelast en moest ze de tocht staken. Ze is hier gisteren al aangekomen. Haar man is in de loop van de dag al wandelend tot hier gelopen en morgen scheiden huw wegen opnieuw als zij terug naar huis gaat en hij zijn weg verder zet. Ik probeer het me voor te stellen en kom tot de conclusie dat ik, in mijn geval daar toch wel moeilijk mee zou hebben omdat een ritme is onderbroken, ik opnieuw afscheid moet nemen. Me terug op moet laden en het toch weer even zou duren ik de cadans heb teruggevonden.

Het weer is goed en we eten met z’n allen buiten. Een echt internationaal gezelschap rond de tafel.
Goed eten, wijn en gezelligheid.
Net zoals het laatste beeld in de strip van Asterix.
Zo mag ook dit verhaal eindigen.

Nog wat extra foto's

Reacties

Populaire posts