Fell hoppen tussen Penrith en de Ierse zee

Voorjaar in het Lake district

Periode: 13/03/2004-20/03/2004
Kaart: Ordnance Survey, Outdoor Leisure 4/5/6

Dag 1: Zaterdag 13 maart

Begin en eind lagen vast.
Hoe de week zou evolueren, wat ik mocht verwachten, was in mijn geest een vaag ingevulde mentale beeld opgebouwd uit enkele internetsites en een via hiking-site gewonnen wandelboek over dit gebied.
Het Lake District in het voorjaar zag er op foto veelbelovend uit.
Roestbruine pastelkleuren binnen een open landschap.
Afgaande op de stenen stapelmuurtjes, de steencirkels, met heel wat historische wortels in zich.



Wat een minimum aan bepakking zou worden begon toch aardig op te lopen.
Twee paar kousen werden er drie. Het weer in Engeland weet je!!
Dit soort aanpassingen begint op de duur toch door te wegen.
Zenuwachtige mensen bij de bagagecontrole in Zaventem.
Verhoogde waakzaamheid net na de aanslag in Madrid op 11 maart.
Waarom toch zo nauwgezet mijn reis aan het plannen geweest?
Uren mij bezig gehouden in het doorgronden van het geprivatiseerde openbare vervoer in Engeland.
Het had niet gehoeven.
Tot Manchester air-port met SN-bruxelles airlines en ook daarna wees het zich allemaal vanzelf uit.
Met SN-Bruxelles airlines vliegen is een dure optie maar als de eigen bijdrage beperkt is tot de luchtvaarttaksen en de rest mij in de schoot werd geworpen was ik heel goedkoop gesteld.
Binnen de tijd, met twee overstappen tot Penrith waar ik tegen drie uur arriveerde.
Mijn eerste keer op engelse bodem.
Nog nooit zoveel van zijn bewoners bij elkaar gezien.
Ik moet concluderen dat, sinds hun afscheiding bij de laatste ijstijd, ze morfologisch toch enigszins lijken af te wijken van de bewoners van het vaste land.
Of is het enkel mijn verbeelding?
Vuil en smerig links en rechts langs de sporen.
Goed gevulde treinstellen. Er moest maar eens een waanzinnige het plan hebben om ook hier een bom te laten ontploffen.
Moeder met zes kinderen waarbij de oudste duidelijk het opvoedkundig aspect voor haar rekening nam.
Moeder in vol overleg met een kennis.
Weinig oog voor de inzet van haar kind.
De rekening wordt later wel gepresenteerd dacht ik bij mezelf.
Nog maar net uit Penrith en ik werd overvallen door een fikse regenbui.
De wind hoorde ik al gans de namiddag hoog boven mijn hoofd met een joelend geluid van over de heuvels komen.
Voorbij Askham begon ik hem aan de lijve te voelen.
Hoewel slechts een flauwe helling, al leunend tegen een muur van wind en regen mijn weg naar boven gezocht. In het gras zijn er verschillende sporen getrokken.
Het zal toch oppassen geblazen zijn, zo duidelijk zijn de routes niet.
Markeringen ben ik niet nog niet tegengekomen.
Arthur's Pike -hoewel het plan- heb ik niet gehaald.
Ik heb me een plekje gezocht oostelijk van Heughscar Hill in de beschutting van een bos.
Uitgebreid en langdurig getafeld.
"Je weet maar nooit" heeft er ook voor gezorgd dat ik één liter brandspiritus heb gekocht bij een drogist in Penrith terwijl ik met 500 ml net genoeg zou hebben.
Vandaar dat ik nu onder het schrijven de 'kachel' heb aangestoken in de voortent.


Dag 2: Zondag 14 maart

Om 6u wakker, natte sneeuw.
Miezerig weer.
Zo stilaan tijd om mijn route te plannen.
Nog naar Arthur's Pike of maar rechtstreeks naar het dal om bij Bridge End omhoog te gaan naar de overnachtingplaats van deze avond?
Eerst nog een kop koffie.
Verdraait weinig zin om op te breken.
De korste weg naar Angle Tarn zal het worden.
Vanaf The Cockpit (een steencirkel) in een afdaling naar Ullswater om via Howtown, Bridge End naar Place Fell te gaan.

Ik ga proberen om vroeg aan te komen.
Blijft het regenen, kruip ik in de tent.
In het andere geval ga ik de omgeving verkennen.
Voormiddag was het nog enigszins te harden maar vanaf de namiddag begonnen de natuurelementen mee te spelen. Regen en stofhagel wisselden elkaar af.
Het ging maar niet vooruit.
In het dal was het nog mooi lopen maar hierboven was het vooral een mentale training.
Geen oog voor de omgeving.
Gewoon doorploeteren naar boven.
Zig-zag paden moeten hier nog uitgevonden worden.
Mezelf weer duidelijk overschat.
Teveel een dialoog met mezelf aan het voeren geweest onderweg.
Een slecht teken.
Geen zin om nog iets op papier te zetten.
Ik ben hier niet graag.


Dag 3: Maandag 15 maart: Grisedale Tarn

De voorbije dagen ging het mij niet.
Lopen soppen langs de hellingen.
Wat een mistroostige omgeving door al die nattigheid en mist!
Onduidelijke paden en gisteren nogal moeten ploeteren om Place Fell te bereiken.
Angle Tarn was vooral zompig aan zijn oevers.
Met moeite een 'droog' plekje gevonden voor de tent.
Toen al het besluit genomen om wat routeaanpassingen te doen.
Het zullen minder toppen worden dan voorzien.
Gelukkig dat ik het toen niet helemaal voor bekeken hield.
Pas op vrijdagavond wordt ik terug op het vliegveld verwacht.
Me proberen op te peppen met de gedachte dat ik in tussentijd er het beste van zal moeten maken.
Na weeral die extra kop koffie deze morgen was het half tien eer de tent in de rugzak verdween.
Opnieuw veel te laat vertrokken, echt niet van mijn gewoonte.
Een blaar op de hiel door mijn eigen schuld.
Had ik dat kleine pluisje maar uit mijn sok gevist, dan was er niets gebeurd geweest.
Onduidelijk tot voor The Knott en dan grotendeels op eigen inzicht in de afdaling naar Hayeswater.
Bij Hartsop een rode oer-britse telefooncel waar ik een teken van leven gegeven heb aan het thuisfront.
De weg met de minste weerstand betekende langs veldwegen naar Patterdale om dan de Grisedale Beck te volgen tot Grisedale Tarn.

"Vergeet Swirral Edge en Helvellyn Ivo".
Dat ommetje is er teveel aan.
Al blij dat ik de avond heb gehaald.
In een zoveelste plensbui de tent opgezet.


Dag 4: Dinsdag 16 maart: Sprinkling Tarn

Hij heeft er weer zin in.
Hoe snel dat het allemaal kan keren.
Vandaag een dag geweest om in te lijsten en nu al, hoewel net halverwege,
toch al tot het besluit gekomen dat dit uitstapje in het land van premier Blaire niet stuk meer kan.
Deze morgen was het half acht toen ik op pad ging.
De zon was er terug.
Open, diep blauwe lucht tot aan de zuidkant van Thirlmere.
Langs Wythburn omhoog.
Ik maal niet meer om die natte kousen.
Deze avond draait de droogmachine weer op volle toeren.
Kokend water in de Sigg-fles en daar overheen, mijn sokken getrokken.
Werkt uitstekend.
Of het wel zo goed is voor de elasticiteit kan mij even niet schelen.
De Wyth Burn beek haalt haar water uit een wel heel drassig gebied
'The Bog'.
Bij Greenup Edge, voor het laatste klimmetje naar High Raise, van sokken gewisseld.
Heerlijk, ik heb mijn ritme terug gevonden.
High Raise:

was dat ginder in de verte niet de glinstering van de zee?
Zo op het zicht naar het meertje bij Stake Pass.
De weg omhoog naar Angle Tarn aangevat toen het weer omsloeg.
Dikke vlokken sneeuw.
De spanning in mijn lijf toen ik richting 'sneeuwgrens' ging.
Anderen zochten hun weg naar beneden, naar de warmte van hun woningen.
Bij de shelter klaarde het plots op.
De shelter, niet meer dan een muur om beschutting te zoeken voor de wind.
Mooie terugblik, het landschap badend in de zon.
Zo eindigde, aan een beeldig meertje de veelbewogen dag die mij terug zin heeft doen krijgen.
Van verschillende ooghoeken bivak en meer in beeld gebracht.

Dit is mijn hoogdag en hij kwam net op tijd.
Vandaag de eenzaamheid niet als drukkend ervaren.
Als enkeling in de grootsheid van het landschap mogen lopen.
Ik kon weer terug genieten.
Zoveel indrukken die op mij hebben ingewerkt.
Een gebied wat mij terug leek te aanvaarden, vriendelijker leek te worden.
De waarheid is dat vooral ik accepteerde.
Nog vlug een kattenwasje bij het water en dan volgde een zoveelste rusteloze nacht.
Af en toe een rilling door mijn lijf gejaagd om op temperatuur te blijven.
Ik ben tot de conclusie gekomen dat er rillingen van verschillende soort bestaan.
Er is de oppervlakkige en de rilling die van veel dieper lijkt te komen en nog voor hij aan de oppervlakte komt zijn werk lijkt te doet.
Dringend toe aan een degelijke slaapzak dat is wel zeker.


Dag 5: Woensdag 17 maart: Sprinkling Tarn

Een relaxte ochtend geweest.
Via gemakkelijk terrein naar Scafell Pick.
Met zijn 977m Engeland's hoogste berg.
Door mijn bivak had ik enige voorsprong op de rest van het gezelschap dat vanaf het dal hun toppoging waagden.
Risico genomen om de tent te laten staan.
Scafell Pick kan van verschillende kanten bedwongen worden.
Ik heb hem genomen via de meest makkelijke route.
Via Eskhause naar Broad Crag.
Bij lll Crag over de rand naar de route van morgen gaan zien.
Het laatste stuk graat tot Scafell Pick gaf enige moeilijkheid en voorzichtigheid door de verijzelde sneeuw. Ik kwam als derde boven die dag.

De kop van een heel lange rij voor vandaag.
Engelsen zijn werkelijk een wandelend volkje.
Dat ik in de voorbereiding het idee had om boven op de verschillende toppen te slapen met een hoogtepunt op deze tocht?
Het zou onmogelijk zijn met mijn huidige tent.
Ooit gaat het ervan komen dat ik met een bivakzak een dergelijke tocht ga ondernemen.
Laat mij nog eens dromen van zonsonder- en zonsopgangen die ik dan mag aanschouwen vanuit mijn slaaplager.
Een praatje met een man die mij dringend aanmande, als ik dit leuk vond, om in de emptiness van de nood-westkust van Schotland te gaan lopen.
Dat ik mij zat te beklagen over dit 'wet-land'
dan had ik hier voor 14 dagen moeten zijn geweest was zijn antwoord.
Wat van hieruit een stad en een burcht leken, bleken twee Engelse kerncentrales te zijn.

De man vond het maar niets.
Alweer 5 minuten minder te leven door hier gezond te komen doen was zijn terloopse opmerking.
Ommetje naar Great End waar ik neerkeek op de verschillende meertjes rond mijn bivakplaats.

Eenmaal beneden een leesmoment, het eerste sinds mijn vertrek.
Teken dat er weer energie op overschot is.
Toertje gedaan rondom het meer en zijn achterliggende land.
Het moet gezegd er waren rustiger plekjes te vinden dan mijn huidige stek aan een drukke wandelweg.
Tevreden over mijn Meindl's perfect schoenen.
Met materialen van 'toen' gemaakt, nu nog zwaarder geworden door het water dan ze al waren.
Blijkbaar is mijn geest al gewoon geworden aan het schoeisel.
Vreemd hoe snel een mens went aan een nieuwe prothese.
Mijn hielblaar breidde zich gelukkig niet verder uit en lijkt zich te stabiliseren.
Ieder dag eens ontsmetten en een droge kompres erover geplakt.
Meer heb ik ook niet bij de hand.
Altijd al erg nonchalant geweest met de inhoud van mijn EHBO-koffer.
Ik denk dat het tijd wordt voor een warme hap.
Vandaag weinig gegeten.
Een reep onderweg en daarnet nog een beker chocolade melk.
Het werd toch tijd om dat wintervet eens aan te pakken.


Dag 6: Donderdag 18 maart: Devoke Water

Alles heb ik gehad vandaag.
Over de col bij Esk Hause door sneeuw en dichte mist,
vanaf de bron van River Esk door puin naar de vlakte bij Great Moss.
Zoekend naar oversteekplekken om de verschillende beekjes te dwarsen.
De rand van de vlakte volgen gaat nog het best.
Grond dansend onder mijn voeten, veengebied.
Door het valleitje tussen Silverybield Crag en Round Scar.
Tegen 12u zat ik op de rand bij Brock Crag en had ik zicht op de vallei.
Voor het eerst sinds dagen kwam de kleur groen zich schikken naast het pastel.
In de verte het rood van een telefooncel.
Hier beneden is het voorjaar.
Het geel van de narcissen,
het botten van de bomen,
blatende schapen en hun lammeren.
Op de berg gingen ze alleen maar op de loop voor mij.
Fluitende vogels terwijl de enkeling die ik boven zag zich o zo stil hield.
Eikenbossen, de bomen zijn weer terug.
Stel je voor,
bij Taw House,
een landbouwpad aan beide kanten omzoomt met een stenen wal.
Daartussen in draf, een kudde schapen.
Alle snuiten richting erf.
Helemaal achteraan, boven die kudde uittornend,
staande op zijn quad,
een mens,
zijn hoofd in dezelfde richting als de tientallen schapen die hij voor zich uit joeg.
Een sterk beeld,
voor even, toen was het voorbij.
Te weinig tijd voor een foto.
Het ommetje tot Whahouse Bridge was niet nodig geweest.
Bij Taw House kan River Esk ook worden overgestoken.
Even terug langs de andere kant van de rivier terug voor een telefoontje naar huis.
Langs enkele boerderijen om dan bij een klein meertje na Low Birker,
in aanvang heel stijl, omhoog te gaan naar Whincop.
De sporen waren verwarrend.
De steile wand bij Hartley Crag wees mij de goede richting.
Van Whincop voorlangs Birker Fell was het rustig uitlopen tot Devoke Water.
Speurend naar een vlak droog plekje.
Ze zijn er, maar schaars.
Kieskeurig geweest.

Op het voor mij mooiste plekje, wel erg in het zicht.
Eigenlijk 'no camping, no fire' doch dat had vooral te maken omdat een outdoor organisatie in het verleden deze plaats wel eens durfde gebruiken voor het opzetten van een van hun activiteiten wist een visser mij te vertellen.
Dat de winter dit jaar lang geduurd heeft en hij mij een lift naar Millow aanbood waren de uitwisselingsthema's.
Eerst nog even flink geweest en mij een goede wasbeurt gegeven.
Lang getafeld, er nog wat brandspiritus doorgejaagd.
Tegen 20u30 deed ik het licht uit terwijl boven mijn hoofd een heldere sterrennacht voor achtergrond verlichting zorgde.


Dag 7: Vrijdag 19 maart

Enkele uren tijd voor de trein naar Manchester vertrekt.
Mijn laatste restje brandspiritus afgegeven aan een spoorwegbeambte.
Nog een haastige voormiddag geweest.
Zo tegen half negen onder een hangend wolkendek de heuvels naar het zuiden op.
Verbazingwekkend hoe gemakkelijk ik White Pike bereikte.
Het vervolg zou ook 'ongebaand' zijn.
Gewoon de hoogste punten aanhouden om dan afhankelijk van de resterende tijd mijn weg te zoeken naar de kust.
Dat was het plan.
Toen ik zag dat Yoadcastle omarmd werd door wolken werd het me welletjes en besloot ik naar Ravenglass te gaan.
Het werd nog een knap eind.
Niet helemaal volgens de route.
Blijkbaar toch ergens mijn weg kwijtgeraakt even na Barnscar.
Hier vind je resten van vroegere bewoning.
Afslag gemist daar ergens in de 'slumps'.
Zoals elders onderweg nogal wat schapenkrengen.
Normaal ben ik niet snel vies van het water wat ik drink.
Zat ik gisteren water te scheppen uit een helder snel stromend beekje.
Ik wist dat het verzamelwater was van een groot hogerop gelegen plateau.
Meer dan een keer een rottend schaap tegengekomen.
Zelfs na het koken was het enigszins wringen om dit water te drinken.
Het verschil tussen 'mijn en jouw schaap' zit hem in de kleuren die het dier heeft gekregen.
Een groepje gezien met blauwe kleur rond hun ogen.

Weet het dier wanneer het de ogen moet sluiten voor het ventiel van de spuitbus wordt ingedrukt?
Station van Barrow is een hangplaats voor enkele jongeren.
Schooiend om geld.
Melancholie overvalt mij.
Erg deprimerend zoals alles hier op mij afkomt.
Cumbria Coastal Way is zo op het eerste zicht niet een tocht waarvoor ik uit mijn zetel zou komen.
Sporend naar het zuiden op de rand tussen water en land.
Net alsof de zee alle moeite doet om Engeland terug in te palmen.
Weinig rots en toch was het er ruig aan toegegaan op deze tocht.
Zelden dat ik zo diep was gegaan.
Het heeft me allemaal veel energie gekost.
Het is in tussentijd midden november.
Terwijl ik aan de hand van mijn notities de route probeer te reconstrueren en gevoelens van toen probeer op te roepen krijg ik een ongedefinieerde mengeling over me heen.
Net als het weer van toen.
Ik slaag er amper in om beelden op te roepen.
Grote stukken ontbreken gewoon.
Ik weet niet wat ik ervan moet denken.
Lichamelijk was ik achteraf gezien niet in orde.
Of heeft deze tocht teveel gevergd van mijn krachten?
Na een bloeddonatie, een week later, kreeg ik te horen dat ik volgende keer best eens een keertje zou overslaan.
Een vaag plan om in Noorwegen te gaan lopen doen mij besluiten dat ik nog eens een keertje terug zou moeten gaan.
Soppen door het veen, ook dat moet ik leren.
Uit vroegere tochten weet ik dat,
hoewel ik opnieuw mijn voetsporen van toen zou volgen,
de ervaring toch zoveel anders kan zijn.
Of toch naar de emptiness van Schotland gaan?
Een mens moest negen levens hebben (en even veel verlof).

Met mijn huidige ervaring over de ruige NW kant van Schotland is dit gebied een goede opstap om het later nog noordelijker te zoeken.
De reistijd is ook een stuk korter.
Je kan, dagenlang in de bergen blijven maar net zozeer kan je terug het dal opzoeken.
De bewoonde wereld is nooit heel ver weg met geregeld een camping.
Maart was erg vroeg.
Een paar maand later vertrekken zou wel eens een rustiger klimaat geven.
Het Coast to Coast pad van St Bees tot Robin Hood's Bay komt de eerste dagen ook doorheen het Lake District.
Velen die dit pad gelopen hebben duiden het Lake District aan als het mooiste deel. Niet zonder reden.

Het Lake District is uitvoerig beschreven op internet.
Op http://www.bassplace.freeserve.co.uk/wildcamp/
lees je enkele tochtsuggesties.
Zijn linken verzameling is een goed begin voor een eerste exploratie.


Reacties

Populaire posts